Boeske-köwke is een zelf bedacht woord van twee samengevoegde twentse woorden, namelijk "Boeske" en "köwke"

Boeske of boeskeholt is sprokkelhout (uitgewaaide takken).

Köwke betekent kooitje.

Dus vrij-vertaald: kooitje van sprokkelhout.

Zo zijn er inmiddels verschillende soorten Boeske Köwkes bedacht, namelijk;

• Mezen-Boeske Köwke
• Insecten-Boeske Köwke
• Roodborst/winterkoning/vinken-Boeske Köwke (Brede invliegopening: experimenteel)
• Boomkruiper/boomklever-Boeske Köwke (Achter/onderingang: experimenteel)

De Boeke Köwkes zijn bedacht vanuit de liefde voor de natuur en de "Anton Piek-achtige" huisjes-stijl, met typisch Twentse kenmerken. Denk hierbij aan het rieten dakje, dakknik en getoogde windveerlijst. De Boeske Köwkes zijn uniek en worden maar heel beperkt gemaakt (hoofdzakelijk voor eigen gebruik). Het produceren is arbeidsintensief en afhankelijk van beschikbaar boeskeholt. Er wordt regelmatig geprobeerd om alternatieve köwkes te bedenken en te testen. Het boeskeholt is, net als de Twentse boerderijen, gevoelig voor weersinvloeden, waardoor de levensduur kan variëren. (In verband met ziektes en schimmels is het überhaupt niet verstandig een vogelkastje onbeperkt te gebruiken) 

Waar hang ik een "Köwke" op?

Het mezenköwke kun je het best ophangen met de opening richting Noord of Oost, op een hoogte van minimaal 180cm. Bij voorkeur op een rustige plek en niet te dicht bij een andere vogelbroedplaats. (Ook vogels houden van privacy).

Hang bij voorkeur het köwke voor de winter al op. Grote kans dat het köwke al gebruikt gaat worden als schuil- en slaapplaats.

Door de metalen pennetjes aan voor- en achterzijde te verwijderen kan de bodem worden uitgenomen om het köwke schoon te maken. Dit dient jaarlijks na het broedseizoen (juli) te gebeuren. 

Het insectenköwke kun je het beste op een beschutte plek, uit de wind hangen, waar het niet kan inregenen. De hoogte maakt niet uit. Ochtend-zon (dus Oost) heeft wel een voorkeur.

Schoonmaken van het Köwke is doorgaans niet nodig. Het Köwke is bij productie reeds gevuld met wat dorre bladeren/takjes.

Vlinders kunnen zich verschuilen tussen de bladeren achter de verticale sleuven (en vallen zo amper op). Wilde bijen kruipen in de rietopeningen. Wanneer enkele rietopeningen zijn "dichtgemetseld " is het köwke "in gebruik". Na een tijdje zijn deze rietuiteinden weer geopend. 

Voor vragen of opmerkingen kunt u mailen naar:  Typisch-Twents@hotmail.com